37 jaar geleden ontdekte ik als 10 jarige het oeuvre van Le Corbusier. Gegrepen door zijn vormentaal in de LC4 chaise-longue maar vooral ook in de witte Villa Savoye. Mijn eerste reactie toen was, “hoe kan iets dat zo oud is, nog steeds zo modern zijn” (voor een 10 jarige is iets dat 50 jaar oud is, al heel oud…). En nog steeds is deze vormentaal modern en aansprekend. Dat zie je terug in de strakke witte of betonnen transparante woonhuizen waarin veel glas het daglicht over kan laten brengen.
Gebouwd voor het echtpaar Savoye in 1928-1930 in het Franse Poissy (sur-Seine), ten westen van Parijs. Het meest opvallende voor mij zijn de lange horizontale ramen voor zoals gezegd wordt: catching the sun.
Niets zo belangrijk als zonlicht, dus hoe lekker is het dan om dit (bijna) overal in je woonhuis op een levendige manier optimaal te mogen ervaren.
Afgelopen week heb ik deze villa eindelijk mogen beleven en ontdekken. Het daglicht in deze villa speelt voor mij juist door de openheid en veelzijdigheid een belangrijkste rol.
Daarnaast (of daardoor) is het binnen=buiten gevoel, vooral in de woonkamer, nadrukkelijk aanwezig en loop je vanuit meerdere delen zo naar buiten, de verschillende terrassen op.
Een rond sensueel trappenhuis en daarnaast een looppad (schuine heling) om van de verschillende verdiepingen af te komen, zijn ook heel bijzonder.
Een verrassend modern interieur samen met de bijzondere entree aan de achterzijde, maken dit huis compleet.
Wat is dit nog steeds een geweldig en bijzonder huis. Als museum toegankelijk!